Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Tip

Overweeg om een klein logboek bij te houden van je kampeertrips met de hond: hoe reageert hij op nieuwe plekken, wat werkt goed, wat juist niet? Zo bouw je ervaring op die je ook bij toekomstige reizen – of in gesprek met een gedragstherapeut of dierenarts – kunt gebruiken.

Even wennen

Voor een hond is een camping geen neutraal terrein. Er zijn veel nieuwe geuren, onbekende geluiden, andere mensen en misschien ook andere honden. De kunst is om dit nieuwe decor vertrouwd te maken.

Begin daarom al thuis met de voorbereiding. Zet een tent op in de tuin of laat je hond alvast in de caravan snuffelen. Geef hem de tijd om te wennen aan het nieuwe ‘huisje’. Maar op de plek van bestemming kun je honden ook rustig laten acclimatiseren. Honden zoeken oriëntatie bij hun mensen, dus hoe consistenter jij bent in gedrag en communicatie, hoe sneller je hond zich aanpast. Handhaaf bij voorkeur bekende routines rond etenstijd, wandelmomenten en rust.

Introduceer de nieuwe plek stapsgewijs. Laat je hond zelf zijn omgeving verkennen, aan de lijn, zonder hem overal naartoe te trekken. Bied hem direct een vaste plek aan – bijvoorbeeld een mat of bench – en geef hem daar ook zijn eerste maaltijd. Zo koppel je het onbekende aan iets positiefs. Belangrijk: geef hem rust. Laat hem niet direct kennismaken met andere honden op het terrein, zeker als hij prikkelgevoelig is.

Een van de grootste uitdagingen op de camping is het vinden van een balans tussen bewegingsvrijheid en controle. Veel campings hanteren een aanlijnplicht.

Niet elke hond is even sociaal en niet iedere kampeerder zit te wachten op een natte snuit in zijn tentopening. Een lange lijn aan een stevige grondpen kan een prima compromis zijn, zolang je goed oplet dat je hond zich er niet in verstrikt of andere kampeerders hindert. Voor wie met een omheind kampeerterrein of privéplek werkt, biedt een mobiele hondenren of campinghek uitkomst – vooral voor jonge of onzekere honden. Zorg altijd dat de plek waar je hond verblijft zicht biedt op zijn ‘roedel’ en beschut is tegen zon, regen én te veel visueel contact met andere honden. Overprikkeling is één van de grootste rustverstoorders op de camping.

De juiste balans tussen
vrijheid en veiligheid

Kamperen is geen synoniem voor inactiviteit – integendeel. Honden die gewend zijn aan veel beweging, trainen of werken, kunnen zich stierlijk vervelen op een camping waar niets gebeurt.

Tegelijkertijd kan de hele dag ‘aan’ staan ook leiden tot stresssignalen zoals hijgen, piepen of overmatig likken. Beweging blijft cruciaal, maar let op de dosering. Kies voor wandelingen op rustige momenten van de dag en liefst op plekken waar loslopen toegestaan én veilig is. Variatie is belangrijk: ruige bospaden, koele beekjes of een verborgen veld zijn voor de hond net zo stimulerend als voor jezelf. Neem eventueel hersenwerk mee, zoals een snuffelmat of puzzelbal. Zeker bij regenachtig weer kan dat een uitkomst zijn.

Zorg voor mentale en fysieke uitdaging

Per land gelden andere regels voor je viervoeter en daar moet jij als hondenbaas rekening mee houden. Alle Europese lidstaten en Noorwegen hebben basiseisen gesteld betreft het vervoeren van dieren binnen de Europese Unie. Dit zijn de vier eisen waar je hond aan moet voldoen:

  • Je hond is gechipt en jij staat op de chip geregistreerd als eigenaar. Waarschijnlijk is je hond al gechipt, aangezien dit sinds april 2013 verplicht is in Nederland. Check wel bij de dierenarts of de chip goed staat ingevuld op jouw naam.

  • Je hond is ingeënt tegen rabiës (hondsdolheid). Rabiës komt niet meer voor in Nederland, maar het komt nog wel bij (wilde) dieren in andere Europese landen. Puppy’s mogen deze inenting vanaf twaalf weken krijgen, maar jongere honden mogen deze inenting nog niet. Laat je hond minimaal drie weken voor vertrek inenten tegen rabiës bij de dierenarts. De vaccinatie is drie jaar geldig.


  • Je hond is (ten minste) ontwormd tegen vossenlintworm. Vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) komt voor bij vossen in heel Europa. Deze parasiet is een zoönose, dus het is overdraagbaar van dier op mens. Deze regel is voornamelijk van toepassing voor de volgende landen: Verenigd Koninkrijk, Ierland, Malta en Finland.


  • Je hond heeft een geldig Europees huisdierenpaspoort. Het huisdierenpaspoort dient als identificatie en documentatie van jouw hond. In dit paspoort vind je de belangrijkste gegevens en kenmerken van jouw hond. De documentatie bestaat voornamelijk uit de vaccinaties en chipregistratie die jouw hond heeft. Een huisdierenpaspoort krijg je via de dierenarts.

Kamperen in het buitenland